Er is een land van louter licht
1. Er is een land van louter licht
waar heil’gen heersers zijn.
Nooit gaat de gouden dag daar dicht
in duisternis of pijn.
2. Daar is het altijd lentetijd,
in bloei staat elke plant.
Alleen de smalle doodszee scheidt
ons van dat zalig land.
3. Men ziet het veld aan de overkant
in groene luister staan,
als Israël 't beloofde land
zag over de Jordaan.
4. Maar ach de stervelingen staan
hier huiverend terzij
en durven niet op weg te gaan,
het duister niet voorbij.
5. Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden 't land zien van ons hart,
dat 't hemels licht bescheen.
6. God, laat ons staan als Mozes hier
hoog in uw zonneschijn,
en geen Jordaan, geen doodsrivier
zal scheiding voor ons zijn.