Dinsdag 22 oktober 2013: Uit het reisverslag van Paulus:
Handelingen 21: 7 Vanuit Tyrus kwamen we in Ptolemaïs (=Akko) aan, waar we onze zeereis beëindigden. We begroetten de broeders en zusters en bleven één dag bij hen. 8 De volgende dag vertrokken we weer en gingen op weg naar Caesarea. Daar vonden we onderdak bij Filippus, een verkondiger van het evangelie en één van de zeven wijze mannen. … 10 Na enkele dagen kwam er een profeet uit Judea, die Agabus heette. 11 Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: ‘Dit zegt de heilige Geest: “Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen zullen uitleveren.”’ 12 Toen we dit hoorden, drongen wij en de gelovigen van Caesarea er bij Paulus op aan om niet naar Jeruzalem te reizen. 13 Maar Paulus antwoordde: ‘Waarom proberen jullie me door je tranen te vermurwen? Ik ben niet alleen bereid me in Jeruzalem gevangen te laten nemen, maar ook om er te sterven omwille van de naam van de Heer Jezus.’ 14 Omdat hij zich niet liet overreden, deden we er het zwijgen toe en zeiden alleen nog: ‘Laat gebeuren wat de Heer wil.’
In gesprek met je tafelgenoten:
1. Wat gaat je van deze dag bijblijven?
2. Wanneer heb jij gezegd: laat gebeuren van de Heer wil?